Wat zijn de belangrijkste fiscale veranderingen per 1 januari 2023? Waar moet je rekening mee houden aangaande de vermogensbelasting? Dit jaar gelden er andere fictieve percentages voor jouw spaargeld, beleggingen en rente op schulden. Heb je een woning met hypotheek en wil je deze verhuren? De WOZ waarde wordt dan opgeteld bij jouw vermogen in box 3. Hier vind je alle belangrijke veranderingen in 2023 op een rij.
Ook in 2023 hebben we te maken met fiscale veranderingen. Deze hebben vooral betrekking op box 3. Per 1 januari wordt de vermogensbelasting op een andere manier berekend. Welke gevolgen heeft dat voor jouw beleggingen en spaartegoeden?
Per wanneer gaan deze veranderingen in?
Al per 1 januari van dit jaar worden de veranderingen actief. Maar, er geldt nog wel een overgangsregeling voor de vermogensbelasting in box 3. Deze duurt tot en met 2025. Waar de Belastingdienst vanaf nu nog een fictief percentage aanhoudt, wordt dat in 2024 definitief.
Het rendement heeft dus betrekking op jouw spaargeld en beleggingen, maar ook op de rente op eventuele schulden en alle overige bezittingen. De fictieve percentages worden al berekend over jouw vermogen in box 3. Het belastbare vermogen wordt telkens op 1 januari gepeild. Deze datum blijft dus, net zoals in de voorgaande jaren, onveranderd.
Tip! De percentages die berekend worden over jouw spaargeld zijn lager dan het rendement over beleggingen en vermogen in box 3. Daarom kan het de moeite lonen om aandelen of rendementen voor 1 januari bij te laten schrijven op jouw spaarrekening. Je betaalt dan minder belasting. Het vermogen wordt in dit geval gezien als een spaartegoed.
Let op! Er zit ook een addertje onder het gras. De Belastingdienst hanteert een periode van 3 maanden voor én na de peildatum-arbitrage van 1 januari. In deze periode moet je kunnen bewijzen dat de transacties die je hebt uitgevoerd een zakelijk belang dienden.
De Belastingdienst houdt dus een oogje in het zeil. Heeft de fiscus het vermoeden dat het gaat om belastingontduiking voor het vermogen in box 3? Dan wordt de vermogensbelasting alsnog doorberekend. De fiscus let daarbij ook op de financiële situatie voor de transactie.
De laatste verandering voor 2023 heeft betrekking op het heffingsvrij vermogen. Deze is voor dit jaar bepaald op € 57.000 euro per persoon en € 114.000 voor fiscale partners.
Wat houdt het fictief rendement in?
Tot 2024 berekend de Belastingdienst een fictief rendement over de rente op schulden, jouw beleggingen, spaargeld en andere bezittingen in box 3. Voor jouw spaargeld in box 3 betaal je een percentage van 0,36%. Voor de rente op schulden bedraagt het percentage 2,57%.
Heb je overige bezittingen of beleggingen in box 3? Dan betaal je een fictief rendement van 6,17%. Pas in 2024 veranderen de fictieve percentages in een definitief rendement.
Woning verhuren met een hypotheek: minder voordelig in 2023
Heb je een woning die belast is met een hypotheek en verhuur je deze aan derden? Ook dan krijg je per 1 januari 2023 te maken met veranderingen. Zeker als de hypotheek onder box 3 valt is het particulier verhuren van je woning dit jaar minder aantrekkelijk. De WOZ-waarde van jouw woning wordt namelijk vanaf 1 januari ook gezien als vermogen.
Alle fiscale veranderingen in 2023 op een rij
- Overgangsregeling: tot 2025
- Fictief rendement: tot 2024
- Heffingsvrij vermogen: € 57.000 p.p
- Percentage spaargeld: 0,36% per € 100.000
- Percentage beleggingen en overige bezittingen: 6,17% per € 100.000
- Percentage rente op schulden: 2,57% per € 100.000
- WOZ waarde woning: Vermogen in box 3
- Belasting voordeel uit sparen en beleggen: 32%
Voorbeeld: zo wordt de vermogensbelasting in 2023 berekend
Zie je door de bomen het bos niet meer en wil je weten hoe de berekening over het vermogen in box 3 werkt? Met dit voorbeeld krijg je meer inzicht in de fiscale wijzigingen. Als referentiepunt nemen we een eenpersoonshuishouden met een vermogen van € 300.000. Op de spaarrekening staat een bedrag van € 200.000. Er is voor 100.000 belegd.
1. Fictief rendement over spaargeld en beleggingen
Eerst wordt het fictieve rendement over het spaartegoed en de beleggingen berekend. Als we afgaan op het voorbeeld, is dat 0.36% per € 100.000 spaargeld. Dit komt neer op een bedrag van € 720,00. Over de beleggingen wordt een fictief rendement van 6,17% per ton berekend, ofwel € 6.170. Het rendement komt daarmee op een totaalbedrag van € 6.890,00.
Het rendement van € 6.890 wordt vermenigvuldigd met het percentage voor de rendementsgrondslag (stap 3). Je betaalt 32% over het voordeel uit sparen en beleggen.
2. Spaargeld en beleggingen minus de schulden in box 3
Het spaargeld, de beleggingen en eventuele andere eigendommen vormen samen het totale vermogen. Heb je schulden in box 3? Dan zijn deze aftrekbaar van het totaalbedrag. In het voorbeeld gaan we uit van een eenpersoonshuishouden zonder schulden.
Wel schulden in box 3? Als je wel schulden hebt in box 3, dan wordt er een fictief rendement van 2,57 berekend. Het bedrag trek je af van het drempelbedrag. Deze is vastgesteld op € 3.400 per persoon.
Om het vermogen dat belast mag worden te kunnen berekenen, moet ook het heffingsvrije vermogen van € 57.000 p.p van het totale vermogen worden afgetrokken. Als we afgaan op het voorbeeld, zou er dus een belastbaar vermogen van € 243.000 overblijven.
3. Rendementsgrondslag
Vervolgens wordt het percentage berekend tussen het vermogen minus de heffingsvrije € 57.000 én het vermogen na aftrek van de eventuele schulden. Omdat deze in dit voorbeeld niet bestaat, spreken we van een percentage van 0,81% (243.000 gedeeld door 300.000).